Art 4. COMMISSIE WATER EN VISSTANDBEHEER
|
De Beheerscommissie bestaat uit tenminste vijf leden, van wie tenminste één bestuurslid, die tevens voorzitter is.
|
a.
|
De voorzitter coördineert de werkzaamheden van de commissie en is tevens contactpersoon van het bestuur.
|
b.
|
De benoeming van de commissieleden vindt plaats, op voordracht van het bestuur, door de ledenvergadering. De ledenvergadering is bevoegd zelfstandig commissieleden voor benoeming voor te dragen.
|
c.
|
De commissie voert het eigenlijke water- en visstandbeheer, hetgeen inhoudt, tot zover mogelijk, het stelselmatig nemen van maatregelen en het uitvoeren van activiteiten die er op gericht zijn een goede waterkwaliteit te verzekeren en een goede visstand te handhaven of tot stand te brengen.
|
d.
|
De commissie beheert de additionele voorzieningen, zoals in de huurovereenkomst opgenomen of anderszins met de verhuurder overeengekomen.
|
e.
|
De commissie adviseert het bestuur met betrekking tot het visserijkundig beheer van de door de vereniging geëxploiteerde viswateren.
|
f.
|
De commissie vergadert zo dikwijls als dat zij dit nodig acht. Besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen.
|
g.
|
De commissie kan zich laten bijstaan door deskundigen.
|
h.
|
De commissie dient uiterlijk 1 oktober van het lopende kalenderjaar, schriftelijk, een aanvraag voor financiële middelen voor het komend jaar, bij het bestuur in te dienen. Voor het anderszins doen van uitgaven, is vooraf goedkeuring van het bestuur vereist.
|
i.
|
De commissie brengt, uiterlijk één maand voor het einde van het kalenderjaar, schriftelijk, een jaarverslag uit aan het bestuur.
|